Van Kaapstad naar de Victoria-watervallen

Naar de Oceaan

Zondag

Vandaag slapen we uit tot 6u00, een echte luxe. Onderweg naar de Walvisbaai nemen we een ontbijt en een uurtje later passeren we de Steenbokskeerkring, de breedtegraad waar de zon doorgaatop 21 december. De woestijn hier was het gebied van de bosjesmannen. Toen ze nog rondtrokken, konden ze makkelijk overleven. Het waren goede spoorzoekers, liepen dagen rond zonder eten omdat ze tot 10 kg vlees in een keer konden verorberen en waren zeer goed op de hoogte van de medicinale eigenschappen van planten en dieren. Water hadden ze niet nodig want ze aten hun vlees rauw.
Nu leven ze in reservaten met alle gevolgen van dien. Ze zijn hun oorspronkelijke habitat kwijt en overleven met moeite. De populatie daalt als gevolg van inteelt, alcoholisme en aids. De reservaten zijn opgericht omdat de Bosjesmannen niet pasten in de 'beschaafde' wereld. Bosjesmannen geloven bijvoorbeeld dat alle dieren van de maangod komen en dat iedereen er recht op heeft om zich te voeden. Privé-eigendom van kuddes is dan ook onzin en ze vonden het doodnormaal om al eens een dier te doden uit de kudde van een veeboer, wat tot conflicten leidde.
Het dierenspotten valt weer tegen. Onze truck maakt zoveel lawaai dat de dieren ons kilometerver horen aankomen en de woestijn invluchten. Ook de stokstaartjes blijven in hun holen, het is bewolkt en dan kunnen ze geen zonnebad nemen. We hopen op betere tijden.
We rijden door naar Walvisbaai en daar hebben we meer succes: in de baai krioelt het van roze en witte flamingo's. We hebben rustig de tijd om te fotograferen, de vogels blijven rustig in het water staan en vissen hun kostje bij elkaar.
Nu gaat het verder naar Swakopmund, een paar kilometer hogerop. Onderweg smeden de dames van het gezelschap plannen voor een braai. Overmorgen koken we dus zelf.
Swakopmund is nogal 'speciaal'. Een echt Duits koloniaal nest uit het begin van vorige eeuw, met brede rechte straten, Bierstuben, Bratwurstrestarants, een monument voor de soldaten die vielen voor Vaterland und Kaiser en Duitse boekhandels. De namen van de straten (Baumgarten, Bismarckstrasse, Hafen Strasse) en de horecazaken (Zur Kupferpfanne, Café Anton, Hohenzollernhaus) zijn nog origineel. We logeren in het Prinzessin Rupprecht Hotel, een voormalig ziekenhuis, erbaut 1902, in das Bramberger Zimmer. De kamer is in oerdegelijke stijl betimmerd met dennenhout en heeft, hoe kan het ook anders, een krakende plankenvloer. In de tuin staan paviljoenen van een bejaardentehuis, uiteraard alleen voor blanken.
We lopen wat verloren door de stad, er is weinig of niets te zien en bovendien is het zondag, de meeste winkels zijn potdicht. Om de haverklap worden we aangesproken door bedelaars.
's Avonds eten we met de groep, een gezellige bedoening. We eten in een Italiaans restaurant met Namibiërs in de keuken, Duitse gerechten op het menu, maar gelukkig ook springbok, kudu en spiesbok. De merlot is weer overheerlijk...

Reacties

Reacties

marina

Stokken met staartjes, stenen in kringen, mannen in bosjes, Stuben met bier en Merlot to go. Klinkt hallucinant. Geniet ervan, weer thuis kan je uitrusten!
Groetjes

Godelieve

geniet van jullie reis

Marleen

Prachtige foto's en mooie vrouwen op de markt dat zie je niet bij ons op de Eeklose markt (misschien op de rommelmarkt)
Groeten

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!